Na de geboorte van je kindje zal de verloskundige regelmatig checken of je baarmoeder zich voldoende aanspant. De placenta moet eerst loslaten van de baarmoederwand en kan dan vervolgens worden geboren. Hier zijn weer samentrekkingen van je baarmoeder voor nodig. Sommige vrouwen voelen nog echt weeën in deze fase, anderen merken hier niets meer van. Op een contractie van de baarmoeder kun je persen en wordt de placenta geboren. Dit kost niet zoveel inspanning en pijn als de geboorte van je kindje. Pas als de placenta (nageboorte) geboren is, is je bevalling echt afgerond. Je hoort het altijd van je verloskundige wanneer het nog nodig is dat je zelf iets doet in deze fase. Zij kijkt de placenta ook helemaal na op compleetheid en uiterlijk, waarna ze hem aan jullie zal laten zien als jullie dat willen.

Hechten
Nadat de placenta is geboren, zal de verloskundige controleren of het nodig is om te hechten. Door de bevalling kan de vagina (inwendig) / het perineum (stukje huid tussen vagina en anus) of een schaamlip beschadigd raken. Indien nodig zal de verloskundige dit met hechtingen herstellen. Het hechten wordt binnen een uur na de bevalling gedaan door je verloskundige of gynaecoloog. Dat wordt in principe altijd met een verdoving gedaan, en omdat je dan vaak al je baby op je borst hebt zal je er over het algemeen weinig van merken. De hechtingen zijn oplosbaar. Dit betekent dat ze na ongeveer 2-3 weken zelf door het lichaam zijn opgenomen en dus niet verwijderd hoeven te worden. Indien je er veel last van hebt, kunnen we hechtingen na 6-7 dagen eventueel toch verwijderen.
Onderzoek pasgeborene
De verloskundige zal ook je kindje nog nader onderzoeken. Ze kijkt dan of er geen zichtbare of voelbare afwijkingen zijn. Ze beoordeelt ook of je kindje goede reflexen heeft (kan het bijvoorbeeld goed zuigen en naar de borst kruipen). Daarna wordt je kindje gewogen. Baby’s worden direct na de geboorte niet meer gemeten, omdat het niet goed is om het beentje gedwongen te strekken. Als je kindje (de volgende dag) in bad gaat en dan lekker ontspannen is en de beentjes helemaal strekt, kun je vragen of de kraamverzorgster je wil helpen met het opmeten van het kindje als je nieuwsgierig bent naar de lengte.

Eerste keer aanleggen
Wanneer je borstvoeding gaat geven, kun je je kindje al zo snel mogelijk proberen aan te leggen. De kraamverzorgster en de verloskundige helpen je daarbij. Je kunt het kindje ook bij de eerste kennismaking al eens laten wennen aan de borst door het mondje van de baby in de buurt van de tepel te brengen. Het is belangrijk te proberen de baby binnen een uur na de bevalling aan de borst te leggen of aan de tepel te laten likken. Dit vergroot de kans dat de borstvoeding lukt. Sommige kinderen zijn een beetje misselijk vlak na de bevalling, bijvoorbeeld omdat ze wat vruchtwater hebben binnengekregen. Dan kan het zijn dat je kindje helemaal niet aan de borst wil drinken. Je hoeft hier absoluut niet van te schrikken. Borstvoeding is voor een heel groot gedeelte oefenen en wennen aan elkaar. Probeer je baby daarom samen met de kraamverzorgster de eerste 24 uur na de geboorte regelmatig aan te leggen: oefening baart kunst!
Heb je nog steeds vragen? Vraag dan je verloskundige of lees verder via onderstaande knop.